Schrijft over geschiedenis en religie
 

Oudenbosch: klein Rome in Brabant

Katholiek Nieuwsblad 29 maart 2019

Oudenbosch staat vol religieus erfgoed. Mark Buijs schreef er een boek over en legt uit hoe het West-Brabantse dorp een klein Rome werd.

Het was pastoor Willem Hellemons (1810-1884) die zijn bouwkundige inspiratie opdeed in de Eeuwige Stad. Daar volgde hij van 1829 tot 1834 zijn opleiding tot priester.

“Hij had veel gevoel voor decorum en viel voor de charme van de Zuid-Europese stad”, zo vertelt Mark Buijs.” Hellemons richtte in 1840 de broedercongregatie van Saint Louis op, die het gelijknamige internaat voor jongens ging bestieren. In 25 jaar tijd verrees er gebouwen en een kapel met Italiaanse allure. “Hellemons had het toen precies zoals hij het wilde hebben: een Romeins plein met een fontein in het midden en een uitstraling die je in Zuid-Nederland nergens ziet. Op zomeravonden is het mooi als de gebouwen worden aangelicht. Dan heb je niet echt het idee dat je in Nederland rondloopt.”

De apostolisch vicaris van Breda — de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland was nog niet hersteld — vond het allemaal veel te provocerend. De emancipatie van de katholieken was nog maar net begonnen en de ze moesten daarom nog niet te hoog van de toren blazen. Hellemons trok zich er niets van aan: uiteindelijk betaalde hij alles zelf met hulp van welgestelde inwoners van Oudenbosch.

In 1867 werd de eerste steen gelegd voor de huidige basiliek van de H.H. Agatha en Barbara: een kleine versie van de Sint-Pieter met de voorgevel van Sint-Jan van Lateranen. “Hellemons imiteerde niet”, zo benadrukt Buijs, “hij volgde na”. Daarom nam hij de gerenommeerde architect Joseph Cuypers in de arm. Buijs: “Cuijpers is er naar mijn idee heel goed in geslaagd om de verhoudingen goed te maken. Toen ik voor de eerste keer in de Sint-Pieter in Rome was, was ik niet alleen onder de indruk van het gebouw, maar ook van wat ik in mijn hoofd had zitten van Oudenbosch. Het is er veel groter en heel anders van beleving, maar de ruimtelijke ervaring klopt gewoon.”

Hij wijst op de koepel: “De koepel is smaller dan het gat waar hij boven staat. Het is een zwevende koepel. Die blauwe vlakken zijn zwikken die draaien een beetje naar binnen en daar staat hij in feite op. Het is een hele vernuftige constructie. Als je nagaat dat dit allemaal in baksteen is gezet, dan is het knap van Cuijpers dat hij dat kon uitrekenen en tekenen, maar ik vind het minstens zo knap van de Oudenbossche metselaars die dat toch echt niet gewend waren om te maken. Je kunt nog zo’n mooie tekening hebben, het komt er wel op aan dat het allemaal klopt. Dat hebben ze wel goed gedaan want het staat er allemaal nog steeds. Dat geldt ook voor de verhoudingen van de kolommen, de pilaren, de basementen, de lijsten. Alles is gewoon puur vakmanschap.”

Net als de basiliek is ook de kapel van Saint-Louis nog geheel intact. “Het gebouw is nu eigendom van een stichting die het van de broeders heeft gekocht en het is de bedoeling dat de gemeente eigenaar wordt. Die krijgt dan ook de verantwoordelijkheid voor de hele inboedel die onlosmakelijk aan het gebouw verbonden is”, legt Mark Buijs uit. De rest van het voormalige internaat en klooster kreeg een herbestemming doordat een woningstichting het kocht om er woningen in te maken. Dat was de redding van het complex, aldus Buijs: “Ze pakten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op”.

En zo is er meer religieus erfgoed herbestemd. In het voormalige jezuïetenklooster bijvoorbeeld is nu een brasserie gevestigd en de sterrenwacht in het gebouw is opnieuw in gebruik genomen.

Maar ook kleine monumenten krijgen aandacht. Achter het jezuïetenklooster staat een Lourdesgrot. Inwoners van Oudenbosch hebben zich over dit rijksmonument ontfermd. Mark Buijs vertelt dat het tot voor kort nog helemaal overwoekerd was. “Twee jaar geleden hebben we gezegd: het zou leuk zijn om ook iets met die kleine dingen te gaan doen. We hebben toen de Vrienden van het Religieus Erfgoed opgericht om ons op kleine objecten te richten. Deze grot is op deze manier weer een stukje zichtbaar religieus erfgoed geworden. Het is leuk om dat met elkaar te kunnen doen, want dat zorgt voor enthousiasme bij mensen die er anders niet bij betrokken zouden zijn. Je hoeft dus niet altijd naar de gemeente of de eigenaar te kijken: je kunt zelf ook een steentje bijdragen.”

Zo blijft Hellemons zijn stempel drukken op Oudenbosch. Buijs: “De ongeremde bouw-ambitie van Hellemons heeft erfgoed opgeleverd dat de identiteit van Oudenbosch bepaalt. Als je bedenkt dat het de ambitie van Hellemons was om de parochie waar hij zou gaan werken iets van zijn Romeinse jaren mee te geven, dan is hij daar aardig in geslaagd. Dat is leuk om de mensen te laten zien en beleven. Het is mooi dat al die gebouwen teruggaan op iemand die iets in zijn hoofd had en het ook voor elkaar wist te krijgen.”

Mark Buijs, Religieus erfgoed in Oudenbosch. Het Rome van Willem Hellemons
Uitgever: Berne Media, uitgeverij Abdij van Berne
Pagina’s: 191 | € 22,90
ISBN: 978 90 8972 276 8